Versie 30 sept 2015 In het zeer warme Eoceen, 56–33,9 miljoen jaar geleden (mjg), was Aarde overdekt met regenwouden tot aan de poolcirkel, en op Antarctica groeiden palmbomen. De zoogdieren waren nog klein: in een regenwoud is een grote gestalte een nadeel – de Pygmeeën zijn niet voor niks klein, net als hun belangrijkste prooidieren, de bosolifanten. De vooroudersoorten van… Read more »
U en ik zouden vandaag nog steeds AP’s – dus normale dieren – zijn ergens in tropisch Afrika rond 4,5 mjg als er niet, in één van die AP-groepjes iets bijzonders zou zijn voorgevallen. Ik bedoel, er móet iets bijzonders zijn voorgevallen, want ze werden talige wezens en gingen daardoor een van de overige dieren afwijkend gedrag aan de dag… Read more »
Zo’n 100.000 jg ontwikkelde zich in Afrika uit de Vroege Mensen aldaar een populatie die van (voornamelijk) gebarentaal overging op (voornamelijk) gesproken taal. Handiger, vooral in het donker, of om een hoekje, maar vooral: met je handen vol. Ik vertelde het al: de vrouwen hadden hun handen nodig om dingen te dragen, gereedschap te hanteren en van takken te plukken… Read more »
1 Nawoord Tot zover het Genesis-verhaal zoals een nijvere niet-academische filosoof het voor elkaar gekregen heeft. Maar één belangrijk menselijk aspect heb ik er nergens weten in te passen: 1.1 de menselijke natuur In de humanosofische visie is de menselijke natuur een ‘drietrapsraket’. Modus 1. Onze aller-primitiefst neiging erven wij uit het stadium van de bacteria. Bij die levensvormen draait het om… Read more »